Uitvoeringswet grondkamers
Artikel 6
1
De voorzitter, de plaatsvervangende voorzitter, de leden, de plaatsvervangende leden, de secretaris en de plaatsvervangende secretarissen zijn verplicht het geheim te bewaren omtrent hetgeen hun als zodanig bekend wordt.
2
Zij mogen zich noch direct, noch indirect in enig bijzonder onderhoud of gesprek inlaten met partijen of hun raadslieden, noch enige bijzondere onderrichting, memorie of schrifturen aannemen over enige aangelegenheid, welke aanhangig is of waarvan zij weten of vermoeden, dat deze aanhangig zal worden bij de grondkamer, waartoe zij behoren.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.